ECLI:NL:HR:2012:BW6752

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02157
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toezegging locatie door gemeente; aan brief te ontlenen rechten

In deze zaak heeft BUNGY JUMP HOLLAND B.V. (BJH) cassatie ingesteld tegen de Gemeente Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Het hof had op 1 februari 2011 een arrest gewezen in de zaak die aan de Hoge Raad was voorgelegd. BJH had beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest, waarbij de Gemeente Amsterdam had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De advocaat van BJH heeft gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus, die ook tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en BJH in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, zonder dat verdere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen op 13 juli 2012 en openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

13 juli 2012
Eerste Kamer
11/02157
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
BUNGY JUMP HOLLAND B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. C.S.G. Janssens en mr. A.H. Vermeulen,
t e g e n
GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelende te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. K.G.W. van Oven.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als BJH en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 358664 / HA ZA 06-4046 van de rechtbank Amsterdam van 28 februari 2007, 26 september 2007 en 22 juli 2009;
b. het arrest in de zaak 200.051.255/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 1 februari 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft BJH beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor BJH toegelicht door haar advocaten en voor de Gemeente door mr. B.F.L.M. Schim, advocaat te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van BJH heeft bij brief van 7 juni 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt BJH in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 juli 2012.