2.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het proces-verbaal terechtzitting verdenking meineed van de rechtbank Roermond d.d. 30 oktober 2007 (pagina's 10 (drie) van het doorgenummerde proces-verbaal van politie Limburg-Noord, nummer PL2321/07-007159 [hierna te noemen PV Politie]), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, afgelegd als getuige in de zaak tegen [betrokkene 1], nadat zij op de wijze bij de wet bepaald in handen van de voorzitter de belofte had afgelegd de gehele waarheid en niets dan de waarheid te zeggen:
Op zaterdag 2 juli 2005 had ik met de vriendin van verdachte afgesproken om samen boodschappen te gaan doen voor het verjaardagsfeestje van de dochter van verdachte. Deze was 25 juni jarig geweest en dat zou op 2 juli gevierd worden. Ik was iets over tienen op de [a-straat] ten huize van verdachte, waar [medeverdachte] al was met de dochter van verdachte.
Ik zag daar door een kier in de deur van de slaapkamer dat er iemand in bed lag, die door [medeverdachte] werd wakker gemaakt. Volgens mij was dat verdachte, maar ik heb hem alleen van opzij gezien. We hebben toen koffie gedronken en zijn boodschappen gaan doen en waren een half uur tot drie kwartier daarna weer terug op de [a-straat]. Toen was de verdachte inmiddels op en aangekleed. We zijn daar nog even gebleven en toen met z'n allen, [medeverdachte], verdachte, de dochter en ikzelf, naar Best vertrokken.
Het feestje zou gehouden worden in Best bij Dippidoo. We zijn tussen half twaalf en kwart voor twaalf vertrokken en waren daar voor twaalven. Er waren daar ook nog andere kennissen en familieleden met kinderen, ongeveer twintig personen in totaal.
Op uw vraag om de namen van die familieleden en kennissen te noemen, zeg ik u dat ik niet snap waarom dat nodig is. Het gaat toch om de tijdstippen? Omdat u mij nogmaals vraagt om de namen en u mij mededeelt dat ik verplicht ben om te antwoorden, kan ik u zeggen dat er verder aanwezig waren:
- [betrokkene 8], wonende te [plaats B] aan de [a-straat 1]
- [betrokkene 3], wonende te [plaats B] aan de [d-straat], nummer onbekend
- [betrokkene 9] (fonetisch), wonende te [plaats B] aan de [e-straat], ik denk nummer [1]
- [betrokkene 5], wonende te [plaats B], adres onbekend, maar ik kan er zo naar toe rijden.
Het feestje werd betaald door [medeverdachte] en volgens mij zijn er toen ook toto's gemaakt. Ik weet zeker dat dit op 2 juli 2005 was, omdat ik op de dag tevoren,
1 juli 2005, de sleutels van mijn nieuwe huis in [plaats B] heb gekregen. Ik weet dat de dochter van verdachte op 25 juni jarig is; waarom het feestje een week later werd gevierd weet ik niet.
Anderhalve week geleden heeft de vriendin van verdachte, [medeverdachte], met mij hierover gesproken.
2. Het door mr. P. van Hilten, officier van justitie in het arrondissement Roermond, op ambtseed opgemaakte proces-verbaal van aanhouding ter zake verdenking meineed d.d. 30 oktober 2007, (pagina 11 PV Politie), voor zover inhoudende, als relaas van de officier van justitie, zakelijk weergegeven:
Op 30 oktober 2007 heb ik aangehouden [verdachte] als verdacht van het misdrijf omschreven in artikel 207 van het Wetboek van Strafrecht, gepleegd tijdens het onderzoek in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen [betrokkene 1].