ECLI:NL:HR:2012:BW5772
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake procesrecht en rol van de raadsman
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 mei 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 11 mei 2010 was gewezen. De verdachte, geboren in 1971 en woonachtig in [woonplaats], heeft het cassatieberoep ingesteld via zijn raadsman, mr. G. Spong, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in een eerder arrest van 20 maart 2012, LJN BV6989, geoordeeld dat de raadsman in de gelegenheid moet worden gesteld om kennis te nemen van en zich schriftelijk uit te laten over stukken die door de Advocaat-Generaal aan het dossier zijn toegevoegd. In deze zaak heeft de raadsman echter geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.