ECLI:NL:HR:2012:BV6989
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest inzake bekendheid verdachte met voorwaardelijke veroordeling
In deze zaak gaat het om een tussenarrest van de Hoge Raad der Nederlanden, gewezen op 20 maart 2012, in het kader van een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1971 en wonende te Amsterdam, had een voorwaardelijke veroordeling die hij betwistte. De advocaat van de verdachte, mr. G. Spong, stelde dat de verdachte niet op de hoogte was van deze voorwaardelijke veroordeling. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft inlichtingen ingewonnen en een stuk aan het dossier toegevoegd, waarover de verdediging zich schriftelijk diende uit te laten voordat er een beslissing op het cassatieberoep zou worden genomen.
Het Gerechtshof had eerder geoordeeld dat de verdachte op de hoogte was van de zitting van 23 augustus 2007, en dat de mededeling van de uitspraak niet persoonlijk aan de verdachte hoefde te worden uitgereikt. De Hoge Raad oordeelde dat de verdediging in de gelegenheid moest worden gesteld om kennis te nemen van de nieuwe informatie die door de Advocaat-Generaal was verstrekt. De zaak werd verwezen naar de rolzitting van 10 april 2012, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden.
De Hoge Raad benadrukte het belang van de rechtsbescherming van de verdachte en de noodzaak om ervoor te zorgen dat de verdediging adequaat kan reageren op nieuwe informatie die van invloed kan zijn op het cassatieberoep. Dit arrest illustreert de zorgvuldigheid die in acht moet worden genomen bij de tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straffen en de rechten van de verdachte in het strafproces.