ECLI:NL:HR:2012:BW5354

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02357
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aandelenoverdracht en uitleg akte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 11/02357. De eiseres, Apotheek Rijnsoever B.V., gevestigd te Katwijk, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank 's-Gravenhage, waarbij de rechtbank op 28 mei 2008 en 11 maart 2009 beslissingen had genomen in de onderliggende zaak. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken voor het verloop van het geding in feitelijke instanties.

De eiseres heeft in cassatie de klachten aangevoerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Timmerman, strekte tot verwerping van het beroep met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder, Rijnsoever, op nihil zijn begroot. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

De zaak betreft belangrijke juridische vragen rondom verbintenissenrecht en de uitleg van een akte met betrekking tot aandelenoverdracht. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak bevestigd dat de klachten van de eiseres niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

22 juni 2012
Eerste Kamer
11/02357
TT/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P.J. Arentshorst, thans mr. F.M.L. Dekkers,
t e g e n
APOTHEEK RIJNSOEVER B.V.,
gevestigd te Katwijk,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Rijnsoever.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 305745/ HA ZA 08-676 van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 mei 2008 en 11 maart 2009;
b. het arrest in de zaak 200.034.372/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 10 augustus 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Rijnsoever is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Rijnsoever begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 22 juni 2012.