ECLI:NL:HR:2012:BW4761
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- E.N. Punt
- C.H.W.M. Sterk
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op vergoeding voor voorwaardelijke verschuiving van winstrechten op aanmerkelijk-belangaandelen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X1 tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 september 2011, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2004. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur handhaafde deze. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep ongegrond, waarna het Hof de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Belanghebbende stelde hiertegen beroep in cassatie in.
De Hoge Raad oordeelt dat de schadeloosstelling die belanghebbende ontving in verband met de wijziging van de statuten van A B.V., moet worden aangemerkt als een vervreemdingsvoordeel in de zin van artikel 4.12, aanhef en letter b, van de Wet inkomstenbelasting 2001. De overeenkomst die belanghebbende en zijn broers met B B.V. sloten, leidde tot een vermindering van hun winstgerechtigdheid, wat resulteerde in een vergoeding die als belastbaar inkomen moet worden aangemerkt.
De Hoge Raad volgt de conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel, die op 17 april 2012 adviseerde om het beroep in cassatie ongegrond te verklaren. De klachten van belanghebbende, die zich richtten tegen het oordeel van het Hof, werden verworpen. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 12 oktober 2012.