ECLI:NL:HR:2012:BW4156

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/03978
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering toepassing schuldsanering wegens ontbreken goede trouw

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 11/03978. De zaak betreft een verzoek tot schuldsanering, waarbij de Hoge Raad oordeelt over de weigering van de rechtbank om de schuldsanering toe te passen. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. K. Aantjes, had eerder een vonnis van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam aangevochten. De rechtbank had op 5 juli 2011 in een eerdere zaak geoordeeld, en het hof had op 23 augustus 2011 het beroep van de eiser verworpen. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van de eiser niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad stelt vast dat de in het middel aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieverzoek. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de eiser, en dit arrest is openbaar uitgesproken door de voorzitter F.B. Bakels.

Uitspraak

27 april 2012
Eerste Kamer
11/03978
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. K. Aantjes.
Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [eiser].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 486931/FT-RK 11.763 van de rechtbank Amsterdam van 5 juli 2011,
b. het arrest in de zaak 200.090.590/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 23 augustus 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 27 april 2012.