ECLI:NL:HR:2012:BW4005
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over periodiek verrekenbeding tijdens huwelijk
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vraag of een periodiek verrekenbeding reeds tijdens het huwelijk is nagekomen. De zaak is gestart door de man, die in cassatie is gegaan tegen eerdere uitspraken van het gerechtshof Arnhem. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof, die eerder op 14 september 2010 een eindarrest hebben gewezen. De vrouw is niet verschenen in de procedure en er is verstek verleend tegen haar. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Arnhem en de arresten van het hof, die aan het arrest zijn gehecht. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft het beroep van de man verworpen en de kosten van het geding in cassatie gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.