ECLI:NL:HR:2012:BW2467

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02668
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Leeuwarden inzake drugshandel

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, gewezen op 1 november 2005, in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van drugshandel. De verdachte, geboren in 1981, had in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 13 mei 2003 in Nederland meermalen opzettelijk een hoeveelheid van verschillende drugs, waaronder MDA, MDMA, N-ethyl-MDA, cocaïne en amfetamine, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden. De Advocaat-Generaal Silvis concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling.

De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de verdachte ontoereikend was gemotiveerd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden, zodat deze opnieuw op het bestaande hoger beroep kon worden berecht en afgedaan. De Hoge Raad stelde vast dat de bewijsvoering van het Hof niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat de bewezenverklaring niet zonder meer kon worden afgeleid uit de bewijsvoering. Het arrest werd uitgesproken op 17 april 2012 door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

17 april 2012
Strafkamer
nr. S 10/02668
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 1 november 2005, nummer 24/000355-04, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat de bewezenverklaring ontoereikend is gemotiveerd.
2.2. Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 13 mei 2003, in Nederland, meermalen, opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl-MDA en/of een hoeveelheid cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde cocaïne en tenamfetamine en MDMA en N-ethyl-MDA en amfetamine telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I."
2.3. Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn weergegeven in de aanvulling op het verkorte arrest als bedoeld in art. 365a, tweede lid, Sv.
2.4. Aangezien de bewezenverklaring, voor zover behelzende dat de verdachte de in de tenlastelegging omschreven gedragingen heeft verricht met betrekking tot "een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDA (Tenamfetamine) en/of MDMA en/of N-ethyl-MDA en/of een hoeveelheid (...) van een materiaal bevattende amfetamine" niet zonder meer kan worden afgeleid uit de bewijsvoering van het Hof, is de bestreden uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
2.5. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Leeuwarden, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 17 april 2012.