ECLI:NL:HR:2012:BW1257

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/04736
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van Nederlanderschap en cassatieprocedure

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vaststelling van het Nederlanderschap. De verzoeker, wonende te [woonplaats], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 juli 2011. De rechtbank had eerder een beslissing genomen in de zaak 380510/HA RK 10-648, waartegen de verzoeker in cassatie ging. De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst, trad op als verweerder in deze cassatieprocedure. De advocaat van de verzoeker was mr. C.A. Lucardie, terwijl mr. J. van Duijvendijk-Brand de Staat vertegenwoordigde.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), geen nadere motivering nodig was. Dit betekent dat de aangevoerde klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de verzoeker verworpen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion. De uitspraak is een bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept de toepassing van de relevante wetgeving met betrekking tot het Nederlanderschap.

Uitspraak

1 juni 2012
Eerste Kamer
11/04736
EE/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. C.A. Lucardie,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 380510/HA RK 10-648 van de rechtbank 's-Gravenhage van 28 juli 2011.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 1 juni 2012.