ECLI:NL:HR:2012:BV9958
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatie: verzoek tot beëindiging of wijziging van alimentatie op basis van gewijzigde omstandigheden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot beëindiging van alimentatie. De man, verzoeker tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit hof had eerder op 5 januari 2011 een beschikking gegeven in een alimentatiekwestie, waartegen de man cassatie heeft aangetekend. De vrouw, verweerder in cassatie, is niet verschenen in deze procedure.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank Rotterdam van 20 juli 2009 en 9 november 2009, waarin de alimentatiekwestie aan de orde was. De man heeft in zijn cassatieklachten aangevoerd dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een beëindiging of verlaging van de alimentatie rechtvaardigen, op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek. De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal was dat het beroep verworpen moest worden.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de man niet tot cassatie kunnen leiden. De aangevoerde klachten zijn niet van dien aard dat zij nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van de man dan ook verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.