ECLI:NL:HR:2012:BV9546

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01018
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van onroerende zaken onder erfgenamen

In deze zaak gaat het om de verdeling van onroerende zaken die gezamenlijk toebehoren aan erfgenamen. De Hoge Raad heeft op 27 april 2012 uitspraak gedaan in cassatie tegen een eerder arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak is gestart met een beroep in cassatie door de eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], die beiden wonen te [woonplaats]. De verweerster, [Verweerster], is niet verschenen in de procedure. De advocaat van de eisers is mr. M.L. Kleyn. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en het arrest van het hof, waartegen het cassatieberoep is ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot was om het beroep te verwerpen op basis van artikel 81 RO. De Hoge Raad heeft dit advies gevolgd en het beroep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

27 april 2012
Eerste Kamer
11/01018
EV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
2. [Eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. M.L. Kleyn,
t e g e n
[Verweerster],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 169681/HA ZA 07-63 van de rechtbank Breda van 21 maart 2007 en 20 augustus 2008;
b. het arrest in de zaak HD 200.025.091 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 26 oktober 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van 81 RO.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.A. Loth en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 27 april 2012.