ECLI:NL:HR:2012:BV9531

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00463
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van makelaar voor taxatie en inspanningsverplichting

In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een makelaar voor de juistheid van een taxatie en het handelen in strijd met de inspanningsverplichting. De Hoge Raad heeft op 13 april 2012 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 11/00463. Eiser 1 en eiseres 2, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.L.C.M. Oomen, hebben cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Middelburg en het hof. De makelaar, [A] MAKELAARS B.V., is niet verschenen in de procedure. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere stukken en concludeert dat de klachten van de eisers niet tot cassatie kunnen leiden. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de makelaar op nihil zijn begroot. De beslissing is genomen zonder nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

13 april 2012
Eerste Kamer
11/00463
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [Eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [Eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
[A] MAKELAARS B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en de makelaar.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 60894 / HA ZA 08-2 van de rechtbank Middelburg van 23 juli 2008;
b. de arresten in de zaak 200.016.571/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 30 maart 2010 en 14 september 2010.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 14 september 2010 hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de makelaar is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] c.s. toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] c.s. heeft bij brief van 22 maart 2012 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de makelaar begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 april 2012.