ECLI:NL:HR:2012:BV8944
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Gevolgen van ontbreken schriftelijk mandaat tot het doen van uitspraak op bezwaar in vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X1 B.V. tegen uitspraken van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch met betrekking tot aanslagen in de vennootschapsbelasting voor de jaren 2000 en 2001. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de opgelegde aanslagen, waarna het Hof de aanslag voor het jaar 2000 heeft verminderd, maar het beroep tegen de uitspraken betreffende de aanslag voor en de verliesbeschikking van het jaar 2001 ongegrond verklaarde. De belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraken, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift indiende en incidenteel beroep in cassatie instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat de uitspraken op bezwaar rechtsgeldig zijn bekrachtigd door een verklaring van de Inspecteur, die de handelingen van de mandaatdrager AA bevestigde. De Hoge Raad stelt vast dat er een schriftelijk mandaat was verleend aan AA op 10 augustus 2004, en dat de uitspraken op bezwaar die zijn gedaan op 14 augustus 2004, derhalve rechtsgeldig zijn. De Hoge Raad concludeert dat de middelen van de belanghebbende niet slagen, omdat het ontbreken van een schriftelijk mandaat voor de periode vóór 10 augustus 2004 niet leidt tot de conclusie dat de uitspraken op bezwaar ongeldig zijn.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president Overgaauw en de raadsheren van de Hoge Raad, en is openbaar uitgesproken op 16 maart 2012.