Hoge Raad
Op 9 maart 2012 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X B.V. te Z behandeld, met betrekking tot een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 1 maart 2011. Het Gerechtshof had in deze zaak geoordeeld over kwijtscheldingsbesluiten die verband hielden met naheffingsaanslagen in de loonbelasting en de premie volksverzekeringen. De zaak betrof specifiek verhogingen die waren opgelegd in het kader van deze naheffingsaanslagen, evenals een boetebeschikking die aan X B.V. was opgelegd. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad heeft besloten om de zaak niet verder te behandelen. Dit houdt in dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft, en dat de argumenten van X B.V. niet voldoende waren om de beslissing van het Gerechtshof te weerleggen. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op belastingrecht en bestuursrecht, en benadrukt de strikte voorwaarden waaronder cassatie kan worden verleend.