ECLI:NL:HR:2012:BV7434

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00029
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • B.C. de Savornin Lohman
  • Y. Buruma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet tijdig indienen van middelen

In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie door een verdachte die niet tijdig door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft ingediend. De Hoge Raad heeft op 3 april 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 december 2010. De verdachte, geboren in 1956 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld, maar er zijn geen middelen van cassatie voorgesteld namens de verdachte. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de verdachte niet binnen de wettelijke termijn een schriftuur heeft ingediend, zoals vereist door artikel 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit voorschrift is niet nageleefd, waardoor de Hoge Raad oordeelt dat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen. De beslissing van de Hoge Raad is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het beroep in cassatie.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak is gedaan op 3 april 2012, en de zaak is geregistreerd onder nummer 11/00029.

Uitspraak

3 april 2012
Strafkamer
nr. S 11/00029
VSI/KM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te 's-Hertogenbosch, van 23 december 2010, nummer 20/001474-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 3 april 2012.