ECLI:NL:HR:2012:BV5552
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en schadevergoeding in het kader van de Subsidieregeling ESF-3
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door Fabricom Nederland B.V. tegen de Staat der Nederlanden, naar aanleiding van een onrechtmatige overheidsdaad in het kader van de Subsidieregeling ESF-3. De Hoge Raad heeft op 20 april 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, die voortvloeit uit een eerdere beslissing van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De kern van het geschil betreft de vraag of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door op 28 oktober 2005 via zijn website te communiceren dat het na 9.00 uur die dag zinloos was om een subsidieaanvraag in te dienen. Fabricom stelt dat deze mededeling heeft geleid tot een te late indiening van hun subsidieaanvraag, waardoor zij schade heeft geleden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Nederland ontving een budget voor het verstrekken van subsidies ter uitvoering van het programma doelstelling 3 van het Europees Sociaal Fonds (ESF). De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had de Subsidieregeling ESF-3 vastgesteld, die alleen toegankelijk was voor samenwerkingsverbanden van werkgevers en werknemers. Door een dreigende overschrijding van het budget besloot de staatssecretaris op 27 oktober 2005 het subsidieloket te sluiten. Op 28 oktober 2005, vóór de sluiting, diende Fabricom een concept-aanvraag in, maar de definitieve aanvraag werd pas op 3 november 2005 ingediend, wat leidde tot afwijzing vanwege overschrijding van het subsidieplafond.
Het hof oordeelde dat het causaal verband tussen de gewraakte mededelingen van de Staat en de afwijzing van de subsidie was verbroken, wat door Fabricom werd bestreden. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en oordeelde dat het hof onbegrijpelijk had gemotiveerd dat de mededelingen van de Staat niet het gevolg hadden gehad dat OTIB, de indiener van de aanvraag, had afgezien van tijdige indiening. De Hoge Raad verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissingen, en veroordeelde de Staat in de kosten van het geding in cassatie.