ECLI:NL:HR:2012:BV5052
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en boetebeschikkingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van belanghebbende, X te Z, tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 1991 tot en met 2000, waarbij ook boeten en heffingsrente zijn opgelegd. De navorderingsaanslagen voor de jaren 1991 tot en met 1997 zijn opgelegd met een verhoging van honderd procent, zonder mogelijkheid tot kwijtschelding. De Inspecteur heeft de navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. Het Hof heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur vernietigd en de navorderingsaanslagen, boeten en heffingsrente verminderd, waarbij gedeeltelijke kwijtschelding van de verhogingen is verleend. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, specifiek wat betreft de verhogingen voor de jaren 1991 tot en met 1997 en de opgelegde boeten voor de jaren 1998 tot en met 2000. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing, met inachtneming van het arrest van de Hoge Raad. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 374,57, en is het verzoek van belanghebbende om kostenvergoeding in verband met het ingetrokken beroep van de Staatssecretaris afgewezen. De Hoge Raad heeft in zijn overwegingen ook verwezen naar eerdere arresten en de noodzaak om de beoordeling van de opgelegde boeten in de context van de omstandigheden van het geval te plaatsen.