ECLI:NL:HR:2012:BV2930
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Y. Buruma
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch in strafzaak
Op 20 maart 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 15 april 2010. Het arrest van het Gerechtshof had betrekking op een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1985, die woonachtig is in Nederland. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaten, mr. R.J. Baumgardt en mr. G.J.P.M. Mooren. De advocaten hebben schriftelijk middelen van cassatie ingediend, die aan het arrest zijn gehecht en daar deel van uitmaken. De Advocaat-Generaal, Vegter, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling neemt en het beroep verwerpt.
De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en Y. Buruma, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster. Deze uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van het Gerechtshof en sluit de mogelijkheid van cassatie af.