ECLI:NL:HR:2012:BV2911
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling Nederlandse nationaliteit wegens valse persoonsgegevens
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst. Het cassatieberoep volgde op een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 april 2011, waarin het verzoek van [verzoeker] tot vaststelling van de Nederlandse nationaliteit was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat het naturalisatiebesluit was verkregen op basis van valse en/of fictieve persoonsgegevens, hetgeen in strijd is met de wet.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beslissing van de rechtbank heeft bekrachtigd en het beroep van [verzoeker] heeft verworpen.
De uitspraak is gedaan door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion en is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte ook tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen in zijn beslissing.