ECLI:NL:HR:2012:BV2911

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02531
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vaststelling Nederlandse nationaliteit wegens valse persoonsgegevens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 maart 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [verzoeker] tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst. Het cassatieberoep volgde op een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 april 2011, waarin het verzoek van [verzoeker] tot vaststelling van de Nederlandse nationaliteit was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat het naturalisatiebesluit was verkregen op basis van valse en/of fictieve persoonsgegevens, hetgeen in strijd is met de wet.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beslissing van de rechtbank heeft bekrachtigd en het beroep van [verzoeker] heeft verworpen.

De uitspraak is gedaan door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser, C.E. Drion en is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte ook tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen in zijn beslissing.

Uitspraak

30 maart 2012
Eerste Kamer
11/02531
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Groen,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar beschikking in de zaak 342714/HA RK 09-362 van de rechtbank 's-Gravenhage van 7 april 2011.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 30 maart 2012.