ECLI:NL:HR:2012:BV2673
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging kinderalimentatie op de voet van art. 1:401 lid 1 BW
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De verzoeker, aangeduid als de man, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem. De man had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Utrecht, dat op 23 september 2009 was behandeld. Het hof had op 28 september 2010 een beschikking gegeven in de zaak, waartegen de man in cassatie ging. De vrouw en het kind, aangeduid als de vrouw en [kind 1], hebben geen verweerschrift ingediend in deze procedure.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), geen nadere motivering nodig was. Dit betekent dat de Hoge Raad van mening was dat de aangevoerde klachten niet relevant waren voor de rechtsontwikkeling of de rechtseenheid.
De beslissing van de Hoge Raad was om het beroep van de man te verwerpen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, na de beraadslaging door de raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in zaken die betrekking hebben op alimentatie en de wijziging daarvan.