ECLI:NL:HR:2012:BV2368

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05393
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over klachten inzake besteksconformiteit bij Europese aanbesteding

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een geschil over de besteksconformiteit van een inschrijving bij een Europese aanbesteding. De eiseres, gevestigd in Borsele, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem, dat op 14 september 2010 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de rechtbank Arnhem van 10 juni 2009. De eiseres had klachten geuit over het oordeel van het hof dat haar inschrijving niet voldeed aan de besteksvereisten. De advocaat-generaal L.A.D. Keus had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 771,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden.

Uitspraak

23 maart 2012
Eerste Kamer
10/05393
RM/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gemeente Borsele,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
ESSENT ENERGIE PRODUCTIE B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaten: mr. J.W.H. van Wijk en mr. M.E.M.G. Peletier.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Essent.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 179767/HA ZA 09-77 van de rechtbank Arnhem van 10 juni 2009;
b. het arrest in de zaak 200.041.798 van het gerechtshof te Arnhem van 14 september 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Essent heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Essent begroot op € 771,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 23 maart 2012.