ECLI:NL:HR:2012:BV1882
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen in het belastingrecht met betrekking tot KB-Lux-rekeningen na emigratie
In deze zaak gaat het om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de vermogensbelasting (VB) die zijn opgelegd aan belanghebbende over de jaren 1991 tot en met 1997 en 1998 tot en met 2000. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd procent van de nagevorderde belasting, zonder kwijtschelding, en er is heffingsrente in rekening gebracht. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de uitspraken van de Inspecteur zijn gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld, en het Hof heeft de beroepen gegrond verklaard, waarbij het de uitspraken van de Inspecteur en de navorderingsaanslagen heeft vernietigd voor bepaalde jaren en de overige aanslagen en boeten heeft verminderd.
Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraken van het Hof. De Hoge Raad heeft de zaken ter behandeling gevoegd en heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard, terwijl het beroep van de Staatssecretaris ongegrond werd verklaard. De Hoge Raad heeft de uitspraken van het Hof vernietigd voor wat betreft de verhogingen en boeten betreffende de navorderingsaanslagen in de IB/PVV en VB voor specifieke jaren en heeft de gedingen verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook bepaald dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht moet vergoeden en heeft de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Het arrest benadrukt de noodzaak voor het verwijzingshof om te beoordelen in hoeverre de Inspecteur het bewijs heeft geleverd voor de opgelegde boeten en of deze boeten passend zijn, rekening houdend met de omstandigheden van het geval. Het arrest is gewezen op 27 januari 2012.