ECLI:NL:HR:2012:BV1869
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen en boeten in de inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 1991 tot en met 2000. De belanghebbende, aangeduid als X, had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslagen die waren opgelegd door de Inspecteur, welke waren vergezeld van een verhoging van honderd procent en heffingsrente. De Inspecteur had de navorderingsaanslagen en de daarbij behorende beschikkingen na bezwaar gehandhaafd, maar het Gerechtshof te Amsterdam had deze uitspraken vernietigd en de navorderingsaanslagen, boeten en heffingsrente verminderd, waarbij ook een deel van de verhogingen was kwijtgescholden.
Tegen deze uitspraak heeft de belanghebbende beroep in cassatie ingesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft eveneens cassatie ingesteld, maar trok dit beroep later in. De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat het Gerechtshof in zijn uitspraak niet voldoende rekening had gehouden met eerdere uitspraken van de Hoge Raad, met name met betrekking tot de beoordeling van de opgelegde boeten. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak van het Hof voor wat betreft de verhogingen en boeten. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staatssecretaris van Financiën de belanghebbende moet vergoeden voor de kosten van het beroep in cassatie, vastgesteld op een bepaald bedrag. Dit arrest is van belang voor de rechtsontwikkeling en de eenheid van rechtspraak, vooral in zaken die verband houden met belastingheffing en de beoordeling van boeten.