ECLI:NL:HR:2012:BU9851
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Huur winkelpand en boetebepaling bij schending voorkeursrecht van koop
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een huurder en verhuurder van een winkelpand. De huurder, aangeduid als [eiser], heeft een vordering ingesteld tot betaling van een contractuele boete die is opgelegd vanwege de schending van een voorkeursrecht van koop door de verhuurder, aangeduid als [verweerder]. De zaak is behandeld in verschillende instanties, te beginnen bij de rechtbank 's-Gravenhage, waar op 18 februari 2009 een vonnis werd gewezen. Vervolgens heeft het gerechtshof te 's-Gravenhage op 8 juni 2010 een arrest uitgesproken. Tegen dit arrest heeft de huurder cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de zaak op 10 februari 2012 behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de huurder veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel.