ECLI:NL:HR:2012:BU8658

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01189
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen onttrekking van minderjarige aan wettig gezag door 10-jarige jongen in strijd met rechterlijke beslissing

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 12 februari 2010 werd gewezen. De verdachte, een 10-jarige jongen, werd beschuldigd van het medeplegen van de onttrekking van een minderjarige aan het wettig gezag. Dit gebeurde in strijd met een rechterlijke beslissing die bepaalde dat de jongen zijn hoofdverblijf bij zijn vader moest hebben. De jongen was verborgen gehouden in de woning van de verdachte, wat leidde tot de strafrechtelijke vervolging op basis van artikel 279.1 van het Wetboek van Strafrecht.

De verdediging voerde aan dat er sprake was van overmacht in de zin van noodtoestand, psychische overmacht en/of putatieve overmacht. De advocaat van de verdachte, mr. P.M. van Russen Groen, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Aben concludeerde tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook deed.

De Hoge Raad oordeelde dat de middelen niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, gezien artikel 81 RO. De middelen nopen niet tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest werd uitgesproken op 7 februari 2012 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

7 februari 2012
Strafkamer
nr. S 10/01189
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 12 februari 2010, nummer 20/004642-07, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P.M. van Russen Groen, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
1.2. De raadsman heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 7 februari 2012.