ECLI:NL:HR:2012:BU8515
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen faillietverklaring en misbruik van bevoegdheid met betrekking tot achtergestelde lening
In deze zaak heeft DCC EXPLOITATION BEHEER B.V. cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 13 september 2011 werd gedaan in de zaak HV 200.088.900/01. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen, waaronder het vonnis van de rechtbank Breda van 7 juni 2011. DCC, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Garretsen, verzoekt de Hoge Raad om het arrest van het hof te vernietigen, terwijl de verweersters, N.V. ILLINOIS en een tweede verweerster, vertegenwoordigd door advocaten mr. R.P.J.L. Tjittes en mr. L. van den Eshof, het beroep willen laten verwerpen. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat deze klachten niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van DCC verworpen. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2012 door de raadsheer J.C. van Oven, met de vice-presidenten J.B. Fleers en E.J. Numann, en de raadsheren W.D.H. Asser, C.E. Drion en G. Snijders.