3.2.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:
"1. Het proces-verbaal van aanhouding van politie regio Limburg-Zuid, district Kerkrade, met proces-verbaalnummer 2007176288-2 (doorgenummerde dossierpagina 17), in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 december 2007 ondertekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden hoofdagent van politie, inhoudende, als het hierna zakelijk weergegeven relaas van verbalisanten:
Op 13 december 2007 hebben wij [betrokkene 1] te Kerkrade aangehouden om reden dat deze persoon in het opsporingsbestand personen stond geregistreerd.
2. Het proces-verbaal van bevindingen van politie regio Limburg-Zuid, district Kerkrade, met proces-verbaalnummer 2007176288-6 (doorgenummerde dossierpagina's 18 tot en met 22), in de wettelijke vorm opgemakt en op 13 december 2007 ondertekend door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden voornoemd, inhoudende, als het hierna zakelijk weergegeven relaas van verbalisanten of van één van hen:
Op 13 december 2007 waren wij belast met de INCA voor de basiseenheid Kerkrade. Wij waren beiden in uniform gekleed en maakten gebruik van een als zodanig herkenbaar dienstvoertuig.
Ik, [verbalisant 2], zag een Volkswagen Passat rijden en ik zag dat als bestuurder van die auto de mij ambtshalve bekende [betrokkene 1] optrad. Ik, [verbalisant 2], raadpleegde het mij beschikbaar staande bedrijfsprocessensysteem. Daaruit bleek dat het kenteken van het voertuig op naam stond van [betrokkene 1], wonende te [woonplaats]. Tevens bleek dat hij een boete open had staan of inneming van het rijbewijs.
Wij gaven de bestuurder van het voertuig op de Hertogenlaan te Kerkrade een stopteken middels het stoptransparant van ons dienstvoertuig. Wij zagen dat de bestuurder hieraan voldeed, uitstapte en wegrende. Wij achtervolgden [betrokkene 1] tot in de Onze Lieve Vrouwestraat te Kerkrade, waar wij hem onder controle kregen. Teneinde te voorkomen dat [betrokkene 1] alsnog zou trachten te vluchten werden hem de transportboeien aangelegd. Wij deelden [betrokkene 1] mede dat hij gesignaleerd stond in verband met een openstaande boete en dat wij met hem naar het bureau zouden gaan om de zaak verder af te handelen. Wij liepen met de aangehouden verdachte (het hof begrijpt dat bedoeld wordt: [betrokkene 1] in de richting van ons dienstvoertuig. Wij zagen dat een viertal personen in onze richting rende. Wij herkenden één van de vier personen als [verdachte], zijnde de broer van [betrokkene 1] (het hof leest: [betrokkene 1]). Wij hoorden dat [verdachte] schreeuwde dat wij de verdachte moesten loslaten en dat wij hem niet mochten aanhouden. Wij zagen dat [verdachte] en twee andere personen in onze richting bleven rennen. Wij vorderden met luide stem dat zij op afstand moesten blijven. Zij kwamen echter toch naar ons toe. Hierbij maakten zij een zeer agressieve indruk, waarbij zij tegen ons bleven schreeuwen en vloeken.
Ik, [verbalisant 1], zag dat [verdachte] op een afstand van ongeveer een meter kwam staan. Hij nam hierbij een dreigende houding aan. Wij voelden dat [betrokkene 1] trachtte zich met kracht los te rukken. Wij zagen dat onder meer [verdachte] herhaalde malen op ons afkwam en tegen ons aanduwde, kennelijk om de aangehouden verdachte te ontzetten. Wij riepen vervolgens dat zij afstand moesten houden. Wij zagen dat [verdachte] en twee andere personen in onze richting bleven komen. Hierbij schreeuwden zij dat wij de aangehouden verdachte niet hadden aan te houden. Ik, [verbalisant 1], vroeg portofonisch om assistentie in verband met het feit dat men zowel verbaal als fysiek erg agressief was. Wij hoorden dat [verdachte] schreeuwde: "Ik ga nu naar binnen en haal mijn riotgun en maak jullie af", of woorden van gelijke strekking. Wij zagen dat [verdachte] vervolgens in de richting van de [a-straat 1] liep. Vervolgens zagen wij dat [verdachte] het perceel [a-straat 1] binnenging.
3. Het proces-verbaal van verhoor van politie regio Limburg-Zuid, district Kerkrade, met proces-verbaalnummer 2007176288-10 (doorgenummerde dossierpagina's 48 tot en met 50), in de wettelijke vorm opgemaakt en op 13 december 2007 ondertekend door [verbalisant 3], brigadier van politie, inhoudende, als de tegenover verbalisant afgelegde en hierna zakelijk weergegeven verklaring van [verdachte] (verdachte):
Mijn ouders wonen op de [a-straat 1] te Kerkrade. Ik was (het hof leest in: vandaag) bij mijn ouders in de woning aanwezig toen ik geschreeuw hoorde aan de voordeur. Ik ben naar buiten gegaan en zag dat de politie aan kwam lopen, samen met mijn broertje. Mijn broertje was geboeid. Mijn broertje mag niet worden aangehouden. Bij de aanhouding van mijn broertje heb ik flink gescholden en ik weet dat ik weer naar binnen ben gegaan."