ECLI:NL:HR:2012:BU5606

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00533
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • J.B. Fleers
  • W.D.H. Asser
  • C.E. Drion
  • J.C. van Oven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging kinderalimentatie en voorrangsregeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De verzoeker, de man, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem. De man verzocht om wijziging van de kinderalimentatie op basis van artikel 1:401 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij hij zich beroept op de voorrangsregeling zoals vastgelegd in artikel 1:400 lid 1 BW. De vrouw en de andere verweersters hebben verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het beroep geadviseerd.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat geen nadere motivering vereist is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep van de man verworpen.

De beschikking is openbaar uitgesproken door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter, samen met de raadsheren W.D.H. Asser en C.E. Drion, en de uitspraak is gedaan door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

20 januari 2012
Eerste Kamer
11/00533
EE/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. J. Biemond,
t e g e n
1. [De vrouw],
2. [Verweerster 2],
3. [Verweerster 3],
allen wonende te [woonplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw, [verweerster 2] en [verweerster 3].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 187140/FA RK 09-11764 van de rechtbank Arnhem van 22 februari 2010;
b. de beschikking in de zaken 200.064.453, 200.065.849 en 200.067.091 van het gerechtshof te Arnhem van 2 november 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw, [verweerster 2] en [verweerster 3] hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 20 januari 2012.