ECLI:NL:HR:2012:BU3745
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en alimentatieverplichtingen in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot vaststelling van partner- en kinderalimentatie. De verzoekster, de vrouw, had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, die op 18 januari 2011 was gegeven. De man, verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Haarlem en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal was om het beroep te verwerpen op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De advocaat van de vrouw heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad stelt vast dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de vrouw, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft. Deze uitspraak benadrukt het belang van de rechtszekerheid en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling in het civiele recht, met name in zaken die betrekking hebben op alimentatieverplichtingen na echtscheiding.