ECLI:NL:HR:2012:BR6294
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C. Schaap
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Vennootschapsbelasting en belastingplicht van een stichting die een muziekfestival organiseert
In deze zaak gaat het om de vraag of een stichting die jaarlijks een tweedaags muziekfestival organiseert, onderworpen is aan de vennootschapsbelasting. De stichting, die geen commerciële doeleinden nastreeft, kreeg voor het jaar 2005 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, samen met een verzuimboete. Na bezwaar werd de aanslag verminderd, maar de Rechtbank te Breda verklaarde het beroep tegen de beschikking inzake verrekening van verlies gegrond, terwijl het beroep voor het overige ongegrond werd verklaard. De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de stichting cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de stichting belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, omdat zij (potentieel) in concurrentie treedt met andere organisatoren van festivals. Het Hof had geoordeeld dat de stichting een onderneming drijft, wat de Hoge Raad bevestigt. De stichting had aangevoerd dat zij geen winststrevend doel had, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit niet relevant is voor de belastingplicht op basis van artikel 4, letter a, van de Wet op de vennootschapsbelasting.
Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat de stichting niet in aanmerking komt voor de vrijstelling van belasting, omdat zij niet voldoet aan de criteria van een lichaam dat de behartiging van een algemeen maatschappelijk belang op de voorgrond heeft. De stichting heeft onvoldoende aangetoond dat haar activiteiten meer omvatten dan het organiseren van festivals. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de uitspraak van het Hof in stand blijft.