ECLI:NL:HR:2011:BU7408
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Alimentatiegeschil tussen ouders met betrekking tot kinderalimentatie en cassatieprocedure
In deze zaak gaat het om een alimentatiegeschil tussen de moeder en de vader van twee kinderen. Bij de beëindiging van hun relatie in september 2007 zijn partijen een overeenkomst aangegaan waarin is afgesproken dat de vader € 200,-- per kind per maand zou betalen aan kinderalimentatie. De moeder verzoekt de Hoge Raad om de alimentatie vast te stellen op € 750,-- per kind per maand, omdat zij van mening is dat de overeenkomst onder druk is gesloten en niet voldoet aan de wettelijke maatstaven. Daarnaast stelt zij dat er relevante wijzigingen in de omstandigheden zijn opgetreden.
De rechtbank heeft het verzoek van de moeder afgewezen, maar heeft de alimentatie wel vastgesteld op € 300,-- per kind per maand, omdat de vader ter zitting had aangeboden dit bedrag te betalen. In hoger beroep heeft het hof het oordeel van de rechtbank bevestigd en overwogen dat de moeder de door de vader aangeboden alimentatie van € 300,-- per kind per maand acceptabel acht. Hierdoor heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd.
De Hoge Raad heeft de zaak in cassatie behandeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper was om het beroep te verwerpen. Het middel dat door de moeder is ingediend, richt zich uitsluitend tegen de bevestiging van het hof van het oordeel van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet kan leiden tot cassatie, omdat het geen klacht bevat tegen het oordeel van het hof dat de alimentatie die door de vader is aangeboden acceptabel is voor de moeder. De Hoge Raad verwerpt daarom het beroep.