ECLI:NL:HR:2011:BU5634
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en boetebeschikkingen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X te Z, België, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 juni 2010. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 1990 tot en met 2000, waarbij ook boeten en heffingsrente zijn opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd procent van de nagevorderde belasting, zonder mogelijkheid tot kwijtschelding. Na bezwaar zijn de uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof heeft de beroepen gegrond verklaard en de uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de navorderingsaanslagen en boeten verminderd en gedeeltelijk kwijtgescholden.
Belanghebbende heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend, en belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend. De Minister van Financiën heeft ook beroep in cassatie ingesteld, maar dit beroep is door de Staatssecretaris ingetrokken. Belanghebbende heeft de Hoge Raad verzocht om de Staatssecretaris te veroordelen in de kosten van de behandeling van het beroep in cassatie.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie gegrond verklaard en de uitspraak van het Hof vernietigd, uitsluitend wat betreft de verhogingen voor de jaren 1990 tot en met 1997 en de opgelegde boeten voor de jaren 1998 tot en met 2000. De zaak is verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op een bedrag van € 917,70 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en openbaar uitgesproken op 25 november 2011.