ECLI:NL:HR:2011:BU3962
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vaststelling omgangsregeling door niet met gezag belaste ouder
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 november 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door de vader, die niet met gezag belast was, tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De vader verzocht om een omgangsregeling met zijn kind, maar het hof had dit verzoek afgewezen. De vader was van mening dat de beschikking van het hof onterecht was en heeft daarom beroep in cassatie ingesteld. De moeder, die wel met gezag belast was, heeft verzocht om het beroep van de vader te verwerpen of hem niet-ontvankelijk te verklaren.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de relevante feiten en eerdere beschikkingen in aanmerking genomen, waaronder de beschikkingen van de rechtbank Rotterdam en het gerechtshof. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist onder artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vader verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk en G. Snijders. Deze uitspraak heeft implicaties voor de omgangsregelingen van niet met gezag belaste ouders en de voorwaarden waaronder dergelijke verzoeken kunnen worden toegewezen.