ECLI:NL:HR:2011:BU3101
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de uitleg van een akte van verdeling in erfrechtelijke kwestie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die voortvloeide uit een erfrechtelijke kwestie. De eiseres, aangeduid als de dochter, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 20 april 2010 was gewezen. De dochter was het niet eens met de uitleg van een akte van verdeling die door de rechtbank 's-Gravenhage was vastgesteld in eerdere vonnissen. De verweerders in cassatie, de zoons van de erflater, hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep, terwijl de gezamenlijke erfgenamen niet verschenen zijn in de procedure. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, die ook tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit oordeel werd onderbouwd met de overweging dat de klachten geen nadere motivering behoefden, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de dochter in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, waarbij de kosten aan de zijde van de zoons zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, terwijl aan de zijde van de gezamenlijke erfgenamen de kosten op nihil zijn begroot. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.