ECLI:NL:HR:2011:BT8948

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05153 J
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage inzake bedreiging met mes in tram

Op 6 december 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak (nr. 10/05153 J) tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 oktober 2010. De zaak betreft een jeugdige verdachte die beschuldigd werd van bedreiging met een mes na een ruzie in een tram in Rotterdam, in strijd met artikel 285.1 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.H. van den Elzen uit Rotterdam. De Advocaat-Generaal, Jörg, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat het middel niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien het middel niet leidde tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster.

Uitspraak

6 december 2011
Strafkamer
nr. 10/05153 J
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 oktober 2010, nummer 22/002342-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. D.H. van den Elzen, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken op 6 december 2011.