2.4. Het Hof heeft het in het middel bedoelde verweer als volgt samengevat en verworpen:
"Beroep op noodweer
De raadsman van verdachte heeft in hoger beroep betoogd dat verdachte behoort te worden ontslagen van rechtsvervolging, nu hij heeft gehandeld ter noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf en hij derhalve uit noodweer handelde.
Hij heeft hiertoe - kort samengevat - het volgende gesteld.
Zijn cliënt is samen met zijn broer, medeverdachte [medeverdachte], op uitnodiging van de broers [betrokkene 6 en 7] naar Utrecht gegaan. [Betrokkene 5] en [betrokkene 6] zijn toen aangevallen en verdachte heeft samen met zijn broer getracht hen te ontzetten. Vervolgens hebben zij zelf direct klappen gekregen met een hamer en een ijzeren staaf, waardoor zij zichzelf moesten ontzetten. Volgens verdachte wist hij van tevoren niet dat het tot een handgemeen zou komen op het station en heeft hij slechts geduwd.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit de door [betrokkene 7] afgelegde verklaring ten overstaan van de politie blijkt het volgende. Op 9 oktober 2006 hoorde hij van zijn moeder dat zijn broer ([betrokkene 6]) onderweg was naar Utrecht nadat hij kort daarvoor gebeld was door iemand en dat [betrokkene 6] er erg zenuwachtig uitzag. [betrokkene 5] heeft zijn broer gebeld en zij zijn vervolgens samen met verdachte en medeverdachte [medeverdachte] naar het station in Utrecht gereden. Onderweg heeft [betrokkene 6] op een vraag van [betrokkene 5] wat er aan de hand was geantwoord dat hij door een onbekende gebeld was en uitgescholden werd. Ze hadden vervolgens nog een paar minuten met elkaar gesproken, maar omdat niet duidelijk werd wat er aan de hand was, werd besloten in Utrecht af te spreken om het uit te praten.
Op het station is het vervolgens tot een vechtpartij gekomen tussen voornoemde vier mannen en vier andere mannen, te weten [betrokkene 2], [betrokkene 1] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4]. [Betrokkene 5] heeft verklaard dat hij niet meer weet wie er begon te slaan, maar dat iedereen een beetje begon. Daarnaast hebben de getuigen [betrokkene 8] en [betrokkene 10] een verklaring afgelegd. [Betrokkene 8] heeft verklaard dat beide partijen elkaar hebben geslagen en getrapt. [Betrokkene 10] heeft verklaard dat zij heeft gezien dat een groep van zeven of acht jongens met elkaar in gevecht was en dat er over en weer werd geslagen en gestompt.
Naar het oordeel van het hof kan uit de door [betrokkene 5] afgelegde verklaring worden afgeleid dat naar aanleiding van het gesprek in de auto het voor verdachte reëel was te verwachten dat er een confrontatie zou volgen op het station in Utrecht en heeft hij er bewust voor gekozen om mee te gaan. Evenmin heeft hij zich ter plaatse en ten tijde van de confrontatie gedistantieerd van hetgeen gebeurde.
Uit het voorgaande leidt het hof af dat er geen sprake was van een situatie waarvan gezegd kan worden dat deze verdachte noopte tot verdediging van eigen of andermans lijf nu niet is gebleken dat verdachte geen reële mogelijkheid heeft gehad zich op enig moment aan de situatie te onttrekken.
De slotsom luidt dat het hof het verweer verwerpt."