ECLI:NL:HR:2011:BT6882
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst en belangenafweging in cassatie
In deze zaak gaat het om de beëindiging van een huurovereenkomst tussen InBev Nederland N.V. en de verweerder. De Hoge Raad heeft op 7 oktober 2011 uitspraak gedaan in cassatie, waarbij het beroep van InBev c.s. werd verworpen. De zaak was eerder behandeld door de kantonrechter te Eindhoven en het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waar meerdere vonnissen en arresten zijn gewezen. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten van InBev c.s. niet tot cassatie kunnen leiden. De advocaat-generaal had eerder geadviseerd om het cassatieberoep te verwerpen en een datum vast te stellen voor de beëindiging van de huurovereenkomst. De Hoge Raad heeft de beëindigingsdatum van de huurovereenkomst vastgesteld op 1 januari 2012 en de ontruimingsdatum van de panden aan de [a-straat 1 en 1a] te [plaats]. Tevens is InBev c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken advocaten hebben de zaak toegelicht.