ECLI:NL:HR:2011:BT6404
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.F. Groos
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof te 's-Gravenhage in strafzaak
Op 22 november 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/02649, waarin een beroep in cassatie werd ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 13 april 2010. De verdachte, geboren in 1980 en wonende te [woonplaats], heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. A.R. Kellermann. In de schriftuur zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 RO behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, wat betekent dat het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.
Dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren W.F. Groos en C.H.W.M. Sterk, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart. De uitspraak bevestigt de beslissing van het Gerechtshof en onderstreept de strikte toepassing van de cassatieregelgeving.