ECLI:NL:HR:2011:BT2918

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04973
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over partneralimentatie en afwikkeling huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende partneralimentatie en de afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 18 augustus 2010 was gegeven. De man, verweerder in cassatie, is niet verschenen in deze procedure. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Gravenhage van 13 februari 2008 en 1 mei 2009, alsook naar de beschikking van het hof, die aan de Hoge Raad was gehecht. De advocaat van de vrouw, mr. A.B. Baumgarten, heeft het cassatierekest ingediend, maar de man heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal, F.F. Langemeijer, was om het beroep van de vrouw te verwerpen. De Hoge Raad heeft de aangevoerde klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vrouw verworpen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, waarbij de andere raadsheren F.B. Bakels, W.D.H. Asser en C.E. Drion ook betrokken waren.

Uitspraak

2 december 2011
Eerste Kamer
10/04973
EV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikkingen in de zaak 276599/FA RK 06-6755 van de rechtbank 's-Gravenhage van 13 februari 2008 en 1 mei 2009;
b. de beschikking in de zaak met nummers 200.039.142/01 en 200.039.144/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 18 augustus 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 2 december 2011.