ECLI:NL:HR:2011:BT2703

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01849
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid rechter in faillissement en cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 11/01849. De zaak betreft een verzoeker, wonende te Antwerpen, België, die in cassatie is gegaan tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Leeuwarden in een faillissementszaak. De verzoeker heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, waarin de curator verzocht heeft het beroep te verwerpen. De advocaat-generaal P. Vlas heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De Hoge Raad heeft de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat een nadere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

9 december 2011
Eerste Kamer
11/01849
RM/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te Antwerpen, België,
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. A.B. Baumgarten,
t e g e n
Mr. R.S. VAN DER SPEK Q.Q., handelende in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V.,
kantoorhoudende te Leeuwarden,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering.
Belanghebbende in cassatie:
Mr. W.M. STURMS, handelende in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker].
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de curator.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak met faillissementsnummer 11/31 F van de rechtbank Leeuwarden van 1 februari 2011 en 25 februari 2011;
b. het arrest in de zaak 200.083.467 van het gerechtshof te Leeuwarden van 14 april 2011.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De curator heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten. Mr. W.M. Sturms, de curator in het faillissement van [verzoeker], heeft schriftelijk op het verzoekschrift gereageerd.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
De advocaat van [verzoeker] heeft op 28 september 2011 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren F.B. Bakels, als voorzitter, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 9 december 2011.