ECLI:NL:HR:2011:BT1538
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van de 30%-regeling voor een Belgische radiologe werkzaam in Nederland
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de toepassing van de 30%-regeling voor een Belgische radiologe, die werkzaam was in Nederland. De belanghebbende, een radiologe, had haar opleiding in België gevolgd en was daar enige jaren werkzaam geweest. Op 1 mei 2002 trad zij toe tot een maatschap radiologen in Nederland en richtte op 15 december 2006 een B.V. op, waar zij per 1 januari 2007 als directeur in dienst trad. De Inspecteur had haar verzoek om toepassing van de 30%-regeling afgewezen, waarop de belanghebbende in beroep ging.
De Rechtbank te Breda verklaarde het beroep ongegrond, en het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch bevestigde deze uitspraak. De belanghebbende stelde cassatie in, waarbij zij betoogde dat zij als ingekomen werknemer moest worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelde dat de vraag of de belanghebbende als ingekomen werknemer kon worden aangemerkt, ontkennend moest worden beantwoord. De Hoge Raad overwoog dat de eis dat de belanghebbende niet in Nederland werkzaam was, niet alleen betrekking had op werkzaamheden in dienstbetrekking, maar ook op ondernemerschap. Aangezien de belanghebbende op het moment van de arbeidsovereenkomst met de B.V. in Nederland werkzaam was als ondernemer, voldeed zij niet aan deze eis.
De overige middelen in cassatie konden evenmin leiden tot een andere uitkomst. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en vormt een belangrijke uitspraak over de toepassing van de 30%-regeling in het belastingrecht, met implicaties voor buitenlandse werknemers die in Nederland werkzaam zijn.