ECLI:NL:HR:2011:BS1090

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/01089
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over toerekenbare tekortkoming van belastingadviseur in relatie tot vastgoedbeleggingen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Aberdeen Immobilien Kapitalanlagegesellschaft m.b.H. en Deloitte & Touche Tax Lawyers. Aberdeen, de eiseres tot cassatie, had beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 10 november 2009 was gewezen. De zaak betrof een toerekenbare tekortkoming van de belastingadviseur, waarbij de Hoge Raad zich diende te buigen over de vraag of Deloitte aansprakelijk was voor de schade die Aberdeen had geleden in verband met vastgoedbeleggingen. De Hoge Raad verwees naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 13 december 2006, en concludeerde dat de klachten van Aberdeen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de aangevoerde klachten geen nadere motivering behoefden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Aberdeen verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 6.261,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

9 september 2011
Eerste Kamer
10/01089
DV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
de rechtspersoon naar Duits recht ABERDEEN IMMOBILIEN KAPITALANLAGEGESELLSCHAFT m.b.H.,
gevestigd te Frankfurt am Main, Duitsland,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. K.G.W. van Oven,
thans mr. R.P.J.L. Tjittes,
t e g e n
de maatschap DELOITTE & TOUCHE TAX LAWYERS,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Aberdeen en Deloitte.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 258573/HA ZA 03.0199 van de rechtbank Amsterdam van 13 december 2006;
b. het arrest in de zaak 106.006.553/01 van het gerechtshof te Amsterdam van 10 november 2009.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Aberdeen beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Deloitte heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor Aberdeen toegelicht door haar advocaat en voor Deloitte door mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Aberdeen heeft bij brief van 24 juni 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Aberdeen in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Deloitte begroot op € 6.261,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren E.J. Numann, als voorzitter, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 9 september 2011.