ECLI:NL:HR:2011:BR5468
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de inning van een vordering tot terugbetaling van een studielening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 10/00375. De zaak betreft een vordering tot terugbetaling van een lening die was verstrekt ten behoeve van studie. Eiser, wonende op Curaçao, heeft cassatie ingesteld tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit vonnis was eerder gewezen in de zaak AR 115/2007 door het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, op 18 juni 2007 en 2 juni 2008. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere vonnissen voor het verloop van het geding in feitelijke instanties.
De Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC) was de verweerder in cassatie en heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is door de advocaten van beide partijen toegelicht, waarbij ook mr. M.S. Goeman, advocaat te Rotterdam, betrokken was voor SSC. De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekte eveneens tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die tot op dat moment aan de zijde van SSC waren begroot op € 384,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het middel waren aangevoerd niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.