ECLI:NL:HR:2011:BR0460

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/00848
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

Op 20 september 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/00848, waarin een beroep in cassatie werd ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 29 januari 2010 had geoordeeld in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1971. De verdachte, vertegenwoordigd door mr. J.A.W. Knoester, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren W.A.M. van Schendel en W.F. Groos, in aanwezigheid van waarnemend griffier S.C. Rusche. De uitspraak vond plaats op 20 september 2011.

Uitspraak

20 september 2011
Strafkamer
nr. 10/00848
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 29 januari 2010, nummer 21/000233-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.A.M. van Schendel en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 20 september 2011.