ECLI:NL:HR:2011:BQ8890
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake beslag ex art. 94 Sv
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Maastricht, gedateerd 19 maart 2010, met nummer RK 09/465. Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De klager, geboren in 1990 en wonende te [woonplaats], heeft een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, gericht tegen een beslag dat was gelegd op zijn goederen. De raadsman van de klager, mr. G. Spong, heeft het beroep tegengesproken, terwijl de Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de beschikking van de Rechtbank bevestigt en het beroep verwerpt.
De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J. de Hullu en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak vond plaats ter openbare terechtzitting op 13 september 2011.