ECLI:NL:HR:2011:BQ8742

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/02080
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake WAO

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 september 2009, met nummer 08/6372 WAO. Het cassatieberoep was ingesteld naar aanleiding van een hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage, die betrekking had op een besluit van het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroep in cassatie niet was ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van de relevante bepalingen van de WAO, zoals genoemd in artikel 87f, lid 1, van de wet. Hierdoor kon het middel niet tot cassatie leiden.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in stand blijft. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, wat inhoudt dat de kosten van de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en is in het openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

nr. 10/02080
24 juni 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 september 2009, nr. 08/6372 WAO, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage (nr. AWB 08/3019 WAO + AWB 08/6187) betreffende een besluit van het uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: de WAO).
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
2. Beoordeling van het middel
Ingevolge artikel 87f, lid 1, van de WAO kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 1, derde tot en met zevende lid, 2 tot en met 11, en 13, eerste lid, en de daarop berustende bepalingen.
Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van voormelde bepalingen. Het middel kan niet tot cassatie leiden.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2011.