ECLI:NL:HR:2011:BQ7637
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vergrijpboete en heffingsrente in belastingzaken
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2010. De zaak betreft aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 1998, 1999 en 2000, alsook de daarbij opgelegde vergrijpboetes en heffingsrente. De Inspecteur had de aanslagen en boetebeschikkingen gehandhaafd, maar de Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep ongegrond. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank deels vernietigde en de boetebeschikking voor het jaar 1998 en de heffingsrente verminderde. Voor het jaar 1999 bevestigde het Hof de uitspraak van de Rechtbank voor de aanslag en heffingsrente, maar vernietigde de boetebeschikking. Belanghebbende stelde cassatie in en voerde verschillende klachten aan. De Hoge Raad onderzocht ambtshalve of de bevoegdheid tot het opleggen van de vergrijpboete door tijdsverloop was vervallen. De Hoge Raad oordeelde dat de wettelijke termijn voor het opleggen van de boete voor het jaar 1999 was verstreken op het moment van opleggen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en de Rechtbank, en vernietigde de boetebeschikking voor het jaar 1999. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.