ECLI:NL:HR:2011:BQ6075
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verwerping van cassatieberoep inzake burenrecht en eigendomsrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door [eiser] tegen [verweerder]. De zaak betreft een vordering tot verwijdering van een overbouw die inbreuk maakt op het eigendomsrecht van de eiser. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar de zaak eerder is behandeld. De rechtbank had op 12 april 2006 een vonnis gewezen, gevolgd door meerdere arresten van het hof in 2007, 2008 en 2009. De eiser heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof, die aan het arrest van de Hoge Raad zijn gehecht. De advocaat van de eiser, mr. P.J.L.J. Duijsens, heeft de zaak toegelicht, evenals de advocaat van de verweerder, mr. A.H.M. van den Steenhoven. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.