ECLI:NL:HR:2011:BQ4287
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beschikking inzake klaagschrift op basis van art. 552a Sv
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Rotterdam, gedateerd 21 april 2009, met nummer RK 07/1059. Het beroep is ingesteld door de Officier van Justitie, die een middel van cassatie heeft voorgesteld. De klagers, [Klager 1] en [klager 2], hebben een klaagschrift ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. De raadsman van de klagers, mr. D.V.A. Brouwer, heeft een brief gestuurd naar de Hoge Raad, waarin hij zijn standpunt uiteenzet. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Volgens artikel 81 van het Reglement voor de Rechtspraak behoeft dit geen nadere motivering, omdat het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit is in lijn met eerdere uitspraken, waaronder de uitspraak van 24 mei 2011 (LJN BP4663, NJ 2011/262).
Op 12 juli 2011 heeft de Hoge Raad de beschikking uitgesproken, waarbij het beroep werd verworpen. De beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz, tijdens een openbare terechtzitting.